In een rustig tempo liep Avantio richting het strand. Even tot rust komen, even niet vechten, geen gezeik. Zijn rode ogen waren naar de grond gericht. Ondanks die enorm rustige omgeving kwam hij in zijn hoofd nogsteeds niet tot rust. Hoe hard hij ook probeerde de duizende vragen uit zijn hoofd te bannen, het werkte niet. Het leek zelfs erger te worden. Wat was er aan de hand met hem, waarom was hij de laatste tijd zo afwezig, slap en moe. Hij rook veel beter dan vroeger, hij rook de zee nu al ookal was het nog een kilometer of 3 lopen vanaf hier. De wind waaide sterk, maar zelfs dat voelde hij niet, hij was warm van binnen en buiten. Hij dacht voor de zoveelste keer terug aan die avond, nu een week geleden, de avond dat dit alles begon. Een gevecht, tussen Avantio en zijn vrienden, en een andere groep. Het laatste wat hij zich herrinnerde was dat hij wel een soort beest leek te zien, maar wat het was..? Op zijn buik waren diepe wonden te zien, maar waarvan? Het viel gelukkig niet op door zijn donkere kleren, maar bij een vlugge beweging of aanraking voelde hij het direct. Na lang lopen vingen zijn ogen de golven van de zee eindelijk op. De geur, het geluid.. Hij zou de geur een diep in willen ademen maar hij deed het niet om de pijn die erbij kijken kwam te vermijden. Verward keek hij op toen hij een eindje verderop iets op de branding van het strand zag liggen. Het was te groot voor een vogel, dat was wel zeker. Hij ging er vlug opaf, en besefte al snel dat het een mens was. Een meisje.. En ze zag er nou niet bepaald gezond uit zo, vies van het zand en ze leek wel uitgeput. 'Gaat het een beetje?' Vroeg hij aan haar. Normaal was hij erg terughoudend tegenover andere, maar dit keer was anders. Misschien had ze zijn hulp wel nodig?